Nieuws
Veelscorende Wesley Sturrus (SCO’63): ‘Doelpunten maken is het herhalen van hetzelfde kunstje’
Bij SCO’63 scoorde je tot nu toe 116 keer in 92 wedstrijden. Dat is een heel fraai gemiddelde. Hoe komt het dat je zoveel scoort?

Wesley: ‘Je moet natuurlijk wel goede ballen krijgen van je ploeggenoten. Die krijg ik ook. Ikzelf ben altijd bezig met keepers. Hoe ze staan, hoe ze reageren, daar kijk ik altijd naar. Als je voor doel in balbezit komt, moet je de rust bewaren, goed blijven kijken en het juiste moment kiezen. Scoren is eigenlijk het herhalen van hetzelfde kunstje. Ik wil niet zeggen dat elke kans bij mij een doelpunt is, maar ik heb al vaak gescoord. In het seizoen 2017-2018, het eerste jaar dat ik bij SCO’63 speelde, zelfs 40 doelpunten alleen al in de competitie. En nog werden we geen kampioen! Zo zie je maar hoe het kan lopen.’

Ik hoorde dat je precies bij houdt wanneer je scoort en tegen wie. Op welke manier houd je dat bij? Net als Marco van Basten in een schriftje?

Wesley: ‘Nee, nee, niet in een schriftje. Ik heb een bestandje op mijn telefoon aangemaakt en daarin houd ik alles bij. Dat deed ik vroeger bij Bolnes al en bij SCO’63 ben ik daarmee verder gegaan. Dit seizoen houd ik trouwens ook mijn assists bij.’

Waarom houd je dat allemaal bij?

Wesley: ‘Om een overzicht te hebben als iemand daar eens naar vraagt, zoals jij nu. Eigenlijk hoef ik dat helemaal niet te doen, want in mijn geheugen kan ik alle goals nog terug halen. Ik weet van elke doelpunt nog hoe dat ging. Of ik met een tegendraadse kopbal scoorde, met de linkervoet of met rechts; ik weet het allemaal nog.’

Tegen NBSVV miste je een paar hele grote kansen. Houd je dat ook bij?

Wesley lachend: ‘Nee, daar is het bestand van mijn telefoon niet groot genoeg voor.’

Om over dat missen van kansen nog even door te gaan: je staat nu al een aantal wedstrijden droog, want ook in de competitiewedstrijden tegen GOZ en Pernis en zojuist tegen NBSVV scoorde je niet en in de bekerwedstrijden tegen RVVH en Heerjansdam ook niet. Vreet dat dan aan je als je niet scoort?

Wesley: ‘Helemaal niet. Een periode dat je niet scoort; dat heb je af en toe. Ik zou me wel zorgen maken als ik geen kansen meer creëer of niet meer op de juiste plek sta. Ik weet gewoon dat het moment weer komt dat ik het net weer wel weet te vinden. Mijn ploeggenoten klagen al de laatste tijd, maar ze doen dat vooral plagend. Met een grapje. Een spits wordt afgerekend op zijn doelpunten en als die uitblijven hebben ze wel een beetje recht van spreken, zeker als je ziet welke enorme kansen ik vanavond miste. Maar ik weet dat ze het straks niet meer doen, want dan scoor ik weer. Zeker weten. Als ik dan weer het winnende doelpunt maak, hoor je niemand meer.’

Over plagende ploegmaten gesproken: ik hoorde van sommige jongens dat ze vinden dat je helemaal niet kunt voetballen.

Wesley: ‘Ha ha. Dat zeiden ze bij Bolnes ook al over me. Ik kan daar niet mee zitten. Ik scoor. Daarvoor sta ik in het veld. Ik moet zorgen dat ik op de juiste plek ben en dan moet die bal komen. En als die bal dan niet op het juiste moment komt, dan zeg ik daar wel iets van.’

Geef eens een voorbeeld.

Wesley: ‘Uit tegen NBSVV vorig seizoen. Ik speelde niet goed. Maar de ballen van de flanken kwamen ook niet. In de rust heb ik gezegd dat de buitenspelers de bal eerder moeten geven en niet te lang zelf met de bal moeten blijven lopen. Na rust gaf Charlo Hassell wel meteen een voorzet. Die kopte ik binnen en daardoor wonnen we met 1-0. Ik speelde een draak van een wedstrijd. Maar ik scoorde wel het enige doelpunt.’

Door Jan Schoonen op 19 november 2019
Senioren - dinsdag 19 november 2019