| 42-jarige Eder Lopes (SCO’63): ‘Voetballen is veel te leuk om nu al te stoppen’ | |
 | Laten we bij het begin beginnen. Bij welke club ben je met voetballen begonnen? Eder: ‘Bij Blijdorp. Al snel ben ik overgestapt naar Germinal en toen ik een C-spelertje was, ben ik naar Spartaan’20 gegaan. Daar heb ik heel de verdere jeugd doorlopen en heb bij die club daarna ook nog een tijdje in het eerste elftal gevoetbald. Toen ben ik naar Hellevoetsluis vertrokken, daarna naar RVVH, dat toen in de hoofdklasse speelde. Ik heb bij LMO gevoetbald, twee seizoenen bij PFC, bij OVV, COAL en Meeuwenplaat en toen kwam ik bij SCO’63 terecht, waar ik inmiddels al een jaar of zeven voetbal. Tussendoor ben ik nog wel een jaartje naar Vierpolders gegaan’ Hoe kwam je bij SCO’63 terecht en waarom dat jaartje tussendoor bij Vierpolders? Eder: ‘In Spijkenisse in het dorp kwam ik een keertje Rick Groenendijk tegen, de keeper van SCO’63. Die vroeg aan mij of ik daar ook kwam voetballen. Ik wilde eigenlijk stoppen, maar Rick heeft mij op andere gedachten gebracht. Het is dankzij hem dat ik ben blijven voetballen en naar SCO’63 ben gegaan. Eigenlijk ben ik daar nog altijd verbaasd over, want ik wilde echt stoppen. Maar ik kan moeilijk nee zeggen, haha.’’ En dat ene seizoen bij Vierpolders? Eder: ‘Dat komt door Hans de Heer, die ik nog kende van mijn periode bij Hellevoetsluis. Hans was trainer van Vierpolders en wilde mij er graag bij hebben. En het kwam ook door Edinho Fortes Varela, een goede vriend van me, die ook bij Vierpolders ging voetballen en graag wilde dat ik met hem meeging.’ Je zegt dat je afgezien van dat ene seizoen bij Vierpolders, nu al een jaar of zeven bij SCO’63 voetbalt. Volgens mij is dat langer dan bij al die andere clubs samen, afgezien misschien van de jeugdjaren bij Spartaan’20. Waarom houd je het hier zo lang vol? Eder: ‘Omdat ik hier nog lekker kan voetballen zoals ik dat zelf wil. En ook omdat het lekker dichtbij huis is. Ik woon op nog geen 5 minuten fietsen van de club. En in het team zitten een paar goede vrienden van me.’ Je hebt bij een aantal vorige clubs op tamelijk hoog niveau gevoetbald. En bij SCO’63 speel je dit seizoen in de vijfde klasse. Is dat niet flink wennen? Eder: ‘Natuurlijk is dat wennen, ook nu nog. Ik voetbal samen met jongens die allemaal hun best doen en van goede wil zijn, maar er lopen er hier niet veel rond die op een hoog niveau gevoetbald hebben. En dat hoge niveau gaan ze ook niet halen. Dan moet je als speler, die dat niveau wel gehaald heeft, niet hooghartig gaan doen of de wijze jongen uit gaan hangen, eentje die alles al meegemaakt heeft en alles beter weet. Zo’n jongen ben ik niet. Ik probeer mijn ploeggenoten te helpen in het veld, geef ze tips hoe ze zich op moeten stellen en naar welke plek op het veld ze moeten gaan. Meestal worden die adviezen van mij wel goed opgepakt en dat vind ik wel leuk. Ik ben 42 jaar nu en vind het voetballen nog veel te leuk om nu al te stoppen, hoewel ik er soms wel eens aan zat te denken de laatste tijd. Maar ik plak er weer een jaartje aan vast, om wat vorig jaar mis is gegaan weer recht te zetten.’ Verklaar je nader. Eder: ‘We zijn gedegradeerd vorig seizoen en dat had helemaal niet gehoeven. Onze spelersgroep was goed genoeg om vierdeklasser te blijven, maar dat is dus niet gelukt. We hadden goede voetballers, maar we waren geen goed team, om het zo maar te zeggen. Ik heb vaak genoeg geprobeerd in het veld andere jongens aan te sturen, maar als ze niet luisteren, dan zeg ik niks meer. Zo zit ik ook in elkaar. Ik wil je helpen, maar als je dat niet oppikt, dan hoeft het voor mij ook niet meer. Dan boeide mij dat niet meer en ging ik gewoon lekker voor mijn eigen plezier voetballen. Maar nu nog steeds vind ik het jammer dat we gedegradeerd zijn. Dat had echt niet gehoeven.’ Waarom ga je dan toch door? Eder: ‘Om dat allemaal weer recht te zetten. Wij moeten terug naar de vierde klassen, zo snel mogelijk. Er is nu toch wel een andere teamspirit dan vorig seizoen en omdat we in Guy Duijm een nieuwe trainer bij SCO’63 hebben, waar ik een goed gevoel bij heb. Ik denk dat we in de vijfde klasse voor de prijzen kunnen gaan. Daarom ga ik door. En ik ga natuurlijk ook door omdat ik voetballen veel te leuk vind om nu al te stoppen. Voetballen is mijn passie, mijn uitlaatklep. Zolang mijn lichaam niet gaat protesteren, wil ik het nog wel even volhouden. Voorlopig is dat niet het geval en daarom denk ik dus niet aan stoppen, haha.’ |
| Senioren - donderdag 22 augustus 2024 | |
 | |