Nieuws
De anonieme wedstrijdsecretaris
De in het dagelijkse leven als havenloodsmedewerker werkzame vrijwilliger is in het commissiewerk gerold omdat zijn voorganger het na een jaar of twintig wel welletjes vond. “Opvolgers zijn lastig te vinden en ik kreeg op een gegeven moment toen ik het wedstrijdformulier na afloop van een wedstrijd met de arbiter van dienst aan het aftekenen was een por in de zij van een bestuurslid van onze club. Zo van ‘Joh, Kees. Dat doe je goed man. Zou je dat niet eens wat vaker voor ons willen doen?’ En voordat ik goed en wel ‘ja’ had gezegd zat ik er aan vast. Begin van deze maand precies vijftien jaar al. Het bleek veel meer in te houden dan mij met wedstrijdsheets bezig te houden.”

De vereniging heeft zo’n 550 spelende leden. Een wezenlijk deel bestaat uit jeugd. Kees bezigt zich met die tak van sport. “Veel wedstrijden thuis en uit. En daar moet iedereen van op de hoogte zijn. Daarvoor gebruiken we de uitdraaien uit Sportlink tegenwoordig maar ik heb ook de tijd nog meegemaakt dat veel handmatig moest gebeuren. Overleg met de KNVB en andere clubs over programma’s, wedstrijdwijzigingen en inhaalwedstrijden ging vooral telefonisch of per e-mail. Dat lijkt tegenwoordig allemaal wat eenvoudiger maar niets doet af aan het feit dat je continu bezig bent met communiceren. En met het vervullen van wensen van trainers en coaches. En scheidsrechters. Want wij hebben geen speciale medewerker die zich daarom bekommert.”

De grootste uitdagingen zijn volgens Kees de omzettingen. Om programma’s compleet te maken en alle taken bezet te krijgen. “Als het gaat om het reguliere wedstrijdschema dan kun je daar van tevoren al een beetje mee gaan stoeien. Als je weet hoe de teamindelingen zijn, wie welk team gaat coachen, welke arbiters er beschikbaar zijn in welke weekend en hoeveel velden er beschikbaar zijn op bepaalde tijden dan kun je met de concepten aan de slag. De KNVB geeft voorzetten qua schema en je moet dan de poppetjes erbij weten te vinden. ‘Omzettingen zorgen voor kopzorgen’, zeg ik altijd. Het kost me toch regelmatig moeite om dat aan het verstand van alle betrokkenen te brengen. Men denkt dat ik kan toveren. En niet iedereen reageert ook even vriendelijk. Ik ben daar altijd open en eerlijk in geweest dat dit soort reacties voorkomen. Maar ik wil mede daarom niet met mijn smoel in beeld.”

Ondanks het feit, dat hij heel rustig en vriendelijk overkomt kan hij zich soms best heel kwaad maken om de meningen van sommige personen binnen de club. “Men denkt dat alles vanzelf naar hen toekomt. Of dat men altijd voor elkaar kan krijgen wat men wil. Ik heb maar twee handjes. En ondanks het feit dat de seniorengroep door iemand anders gedaan wordt kost deze taak mij zo’n twintig tot vijfentwintig uren per week aan vrije tijd. Ik laat dat ook gewoon weten. Zeg dan dat men maar een parttimer in dienst moet nemen voor deze functie. Een administratief medewerker die zeven dagen in de week beschikbaar is, dus nooit ‘uit’ staat en zo’n twintig euro per uur kost exclusief sociale lasten en andere belastingen. De gedachte dat vrijwilligers onmisbaar en dus onbetaalbaar zijn maakt niet op iedereen indruk.”

In de vereniging is het wedstrijdsecretariaat een onderdeel van het secretariaat, dus Kees heeft regelmatig overleg met de vertegenwoordiger in het bestuur. “De lijntjes zijn kort en prima. Heb ook het gevoel dat men mij waardeert voor wat ik allemaal doe. Toen ik tien jaar actief was werd ik met het gezin een weekje weggestuurd naar Landal in de Ardennen. Zo van ‘neem maar eens afstand van de club’. Letterlijk en figuurlijk. Dat vond ik prachtig. Was ook een blijk van dankbaarheid richting mijn vrouw, uiteraard. Als je zoiets meemaakt dan is dat een oppepper om weer enige tijd door te kunnen blijven gaan. Maar hoe lang ik dit nog wil blijven doen? Voor nu zeg ik ‘nog een paar seizoenen, tot aan de twintig’. Maar voorwaarden zijn wel dat ik gezond mag blijven, er geen gekke dingen gebeuren en dat er al vroegtijdig gewerkt gaat worden aan opvolging. Niets is lastiger dan iets overnemen omdat een ander het helemaal beu is. Daar ben ik ook de persoon niet naar.”

Naast leden die altijd maar ‘neen’ zeggen als hen om een bijdrage aan de club wordt gevraagd kan Kees putten uit een vast groepje ouders en spelers van seniorenelftallen die wedstrijden fluiten bij de jeugd. “Zo’n veertig vrijwilligers zijn bereid met regelmaat actief te zijn. En ongeveer vijftien personen vormen de vaste kern. Ook maak ik graag gebruik van scholieren die hun MaS (maatschappelijke stage) voor school moeten doen. Die laatste groep is inzetbaar bij de pupillen en helpt mee om de allerjongsten te laten voetballen. Ze zijn stuk voor stuk goud waard. Al moet ik wel eerlijk bekennen dat het aantal mensen dat bereid is om klaar te staan elk seizoen minder lijkt te worden. En dat terwijl er een lichte groei in het ledental is. Hoe ik dat in de toekomst moet gaan rondbreien? Ik denk er liefst niet aan. Laat het wel op me afkomen.”

“In het seizoen dat afgebroken moest worden vanwege de coronatoestanden merkte ik wel al snel een daling in de betrokkenheid met de voetbalvereniging op. Als er niets te doen is haken vrijwilligers af. De meeste vonden in iets anders wel een leuke vrijetijdsbesteding. Toen we weer opstartten was de uitdaging groot om alles weer goed in gang te zetten. Maar gelukkig zijn de meeste weer terug op hun plekje en kan ik bouwen op al deze lui met een clubhart.”

Corona was voor Kees het dieptepunt tot nu toe. Hoogtepunten steken daar echter volgens hem bovenuit. Twee voorbeelden. “Naast het uitje naar de Ardennen werd ik door de vaste clubarbiters nog eens apart in het zonnetje gezet. Ik ben elke zaterdag op de vereniging en loop dan vanaf 7.00 uur tot een uur of vijf in de middag mijn rondjes langs de velden, zit in de wedstrijdcommissiekamer of ben in gesprek met Jan en allemaal in de kantine of andere ontmoetingsruimten. Op die bewuste dag namen de scheidsrechters mijn taken over. Ik kreeg slechts één opdracht: genieten van wat komen gaat. Ik werd door heel veel mensen verrast met allerlei leuke gestes. Cadeaus, traktaties, noem maar op. Geweldig. En een week later lag er een brief op de mat met een uitnodiging voor een interland van het Nederlands mannenelftal. Met VIP- behandeling. Gaaf, toch?”

Wat er volgens Kees per direct moet veranderen binnen het voetbal? “Mensen die agressief zijn of problemen veroorzaken op en om de velden moet men voor het leven weren. Geen enkel verweer toestaan. Als teams voor toestanden zorgen dan moeten we deze als club terugtrekken en de leden royeren. Ouders of begeleiders die grensoverschrijdend gedrag vertonen zijn bij ons niet welkom. Als gasten zich misdragen dan moeten we, ook als de scheidsrechter daartoe niet voldoende bij machte is, ingrijpen en deze mensen van ons complex verwijderen. Als we daarvoor een ordedienst moeten instellen dan moet dat maar. Het moet uit zijn met het gedonder. Schrijf dat maar op. Géén mafkezen hier bij mij op de club. Voetbal moet leuk zijn én gezellig blijven.”
Algemeen - woensdag 11 september 2024